Broeders in Christus

De structuur van Genesis - deel 1

De Bijbel begint met het boek Genesis, en het boek Genesis begint met de woorden ‘In het begin’. Je zou denken: duidelijker kan het niet; maar toch lijkt het vaak alsof maar weinig mensen begrijpen wat het doel is van Genesis. De Bijbel gaat over een probleem, en over de oplossing daarvoor. En zoals elke consultant weet, begint een goed rapport met een ‘probleemstelling’ en het kader waarbinnen de oplossing voor dat probleem moet worden gevonden (de ‘randvoorwaarden’). Daarna volgen de overwegingen aangaande de oplossingen die er in principe zouden kunnen zijn, met een afweging van hun ‘voors’ en ‘tegens’, zo nodig onderzocht (‘geëvalueerd’) in een praktijkproef. Tenslotte volgt die ene oplossing die is gekozen, met een plan van aanpak voor de uitvoering daarvan (de ‘implementatie’). Het boek Genesis bevat – in deze termen – de probleemstelling, met de randvoorwaarden, de eerste praktijkproef en de aanloop naar de tweede. Niet dat God die praktijkproeven nodig had (Hij wist hoe die zouden aflopen). Die waren alleen maar nodig om ons ervan te overtuigen dat die richting niet zou werken, zodat we beter zouden begrijpen waarom het uiteindelijk zo moest worden aangepakt als Hij het heeft besloten.

Wat mogen we verwachten?

Hieruit volgen meteen al twee belangrijke conclusies:

  • Genesis is niet maar een leuke verzameling verhalen over vrome mensen in oude tijden: het legt de basis voor heel de rest van de Bijbel. Wie Genesis niet begrijpt, en vooral wie de bedoeling daarvan niet begrijpt, zal nooit de ware betekenis van de rest van de Schrift kunnen doorgronden.
  • Genesis is geen geschiedschrijving van de oertijd, en al helemaal geen complete geschiedschrijving daarvan. Genesis vertelt ons alleen maar wat we beslist moeten weten om met de rest van de Bijbel uit de voeten te kunnen. Anders gezegd: Genesis is in een aantal opzichten heel erg incompleet!

Verder moeten we bedenken dat Genesis tegelijk is ontstaan met de volgende vier boeken van de Bijbel. Het is a.h.w. de aanloop daar naartoe en Genesis legt dus geen dingen uit, die veel uitgebreider in die andere vier te vinden zijn. Wat we niet beslist hoeven te weten om die aanloop te kunnen begrijpen zullen we er dus tevergeefs in zoeken, en wat we een stukje verderop in meer detail gaan krijgen hoeven we er evenmin in te verwachten.

En wat is dan dat probleem? Het ontstond op het moment dat de mens, toen hij op de proef werd gesteld, de verkeerde keuze maakte, en zondigde (= aan God ongehoorzaam was) door Gods gebod te overtreden. Daarop stond de doodstraf (Genesis 2:16-17). En het probleem is vervolgens dat al zijn nakomelingen hem daarin nagevolgd zijn, want van elk van hen wordt ons verteld dat hij stierf (Genesis 5), wat het vonnis over de zonde was (zie Paulus’ commentaar in Romeinen 5:12). Blijkbaar is de mens van zichzelf te zwak van karakter om volkomen gehoorzaamheid te kunnen opbrengen. Daarvoor dient dus een oplossing te worden gevonden: hoe voorkom je dat allen voor eeuwig sterven, zonder het principe aan te tasten dat op overtreding van Gods geboden de doodstraf staat, omdat God immers volkomen dient te worden gehoorzaamd. Daarover gaat de rest van de Schrift, maar om dat duidelijk in te zien, dienen we eerst het probleem zelf helder voor ogen te hebben, en te begrijpen dat oplossingen die wijzelf wellicht zouden hebben verzonnen niet werken, en waarom dan niet. En in welke richting Gods eigen oplossing dan gaat. En dat is wat Genesis ons vertelt.

De structuur van Genesis

De naam van dit boek, Genesis, is Grieks en betekent ‘oorsprong’. De openingswoorden zijn ‘In het begin …’ en de Hebreeuwse naam is dan ook ‘Beresit’ (begin), het aanvangswoord. Beide namen zijn goed: dit boek vertelt ons hoe het allemaal is begonnen. Maar we vinden alleen die dingen die we nodig hebben om het vervolg te begrijpen. Hoofdstuk 1 begint door ons te vertellen dat God ooit, ergens aan het begin, de hemel en de aarde heeft geschapen (Genesis 1:1). Dan lezen we hoe God de aarde, die nog lang niet in gebruiksklare staat was (‘woest en leeg’), stap voor stap bruikbaar maakt (niet langer woest) en vult (niet langer leeg). Dat vertelt ons dus niet hoe God de wereld heeft geschapen (alleen dat Hij dat heeft gedaan), en zelfs niet hoe Hij die vervolgens voor de mens gebruiksklaar heeft gemaakt (ook daarvan alleen dat Hij dat heeft gedaan). Wat het ons wel vertelt, is dat Hij er alles aan heeft gedaan om de mens een optimale omgeving te verschaffen, waarin het hem aan niets zou ontbreken. Want dat is de achtergrond waartegen wij het probleem moeten zien: de mens had niets te klagen, maar ging toch zijn eigen weg. Wie Genesis 1 alleen maar leest als een beschrijving van Gods constructieve bezigheden (hoe bouwde Hij een heelal) mist dus duidelijk de werkelijke les.

Dat geldt ook voor de rest van het boek. Keer op keer lezen we ‘dit is de geschiedenis van …’ Het Hebreeuwse woord is toledot dat, zo gebuikt, zoiets betekent als ‘het verhaal van’. De Septuaginta (de Griekse vertaling van het OT) vertaalt dat met ‘genesis’. Helaas vertalen onze vertalers deze aanhef gewoonlijk met ‘dit is het geslachtsregister van …’; het gaat echter niet om iemands afstamming, maar om zijn lotgevallen, en de betekenis die dat heeft in het kader van de ‘probleemstelling’ en de oplossingsrichting. Het woord lijkt telkens een markering te zijn van een nieuw deel van het verhaal (waarbij het af en toe eerder lijkt terug te zien op het voorafgaande dan op wat volgt):

  1. De oorsprong van de wereld van de mens (1:1-2:3)
  2. Het eerste mensenpaar en hun kinderen (2:4-4:26)
  3. De mensheid van vóór de vloed (5:1-6:8)
  4. Het verhaal van de zondvloed (6:9-9:29)
  5. De herbevolking van de wereld na de vloed (10:1-32)
  6. Rebellie van de nieuwe mensheid tegen God (11:1-9)
  7. De oorsprong van de aartsvader Abraham (11:10-11:26)
  8. De geschiedenis van Abraham (11:27-25:11)
  9. De geschiedenis van Abrahams zoon Ismaël (25:12-18)
  10. De geschiedenis van Abrahams zoon Isaak en (vooral) Isaaks zoon Jakob (25:19-35:29)
  11. De geschiedenis van Isaaks zoon Esau (36:1-37:1)
  12. De geschiedenis van Jakobs zoon Jozef (37:2-50:26)

De korte verhalen over Ismaël en Esau dienen kennelijk uitsluitend om aan te geven dat niet zij maar hun jongere broers Isaak en Jakob degenen zijn door wie God verder werkt. En voor de goede orde: het woord toledot komt ‘dubbel’ voor op de scheiding tussen 7 en 8, en ook een tweede maal in 11 (beide over de niet gekozen nakomeling). Die extra keer in deel 11 markeert de overgang van Esau's verblijf in het beloofde land naar zijn vestiging daarbuiten.

De eerste zes delen

Onze Bijbel is verdeeld in een Oude Testament en een Nieuwe Testament. Dat woord ‘testament’ betekent in de Bijbel eigenlijk verbond, dus het betreft hier ‘de boeken van het Oude Verbond’ en ‘de boeken van het Nieuwe Verbond’. Dat verhaal van het Oude Verbond begint eigenlijk met het boek Exodus, en Genesis is dus alleen maar de aanloop daar naartoe: waarom was dat verbond nodig en hoe is dat zo gekomen? Wanneer we dan bovenstaande lijst bekijken, zien we het antwoord. God had alles goed gemaakt (deel 1), maar het eerste mensenpaar ging meteen al de fout in en in de volgende generatie werd het alleen maar erger (deel 2). De mensheid splitst dan in een ‘goed’ deel (de afstammelingen van Set) en een ‘fout’ deel (de afstammelingen van Kaïn). Maar ook de afstammelingen van Set slagen er niet in volkomen zondeloos te leven. En dan mengt dat goede deel zich ook nog met het foute (Genesis 6:1-4), en gaat het van kwaad tot erger (deel 3).

Op dat punt krijgen we de eerste praktijkproef van een oplossing zoals wij die wellicht zouden hebben bedacht, maar die niet werkt: gooi alles weg (‘delete’, deel 4) en begin helemaal opnieuw (‘restart’, deel 5). Neem van de eerste poging alleen voldoende genetisch materiaal mee van mens (Noach en zijn kinderen) en dier (één of enkele paren van elke soort) voor de nieuwe start. En zorg ervoor dat het menselijk materiaal afkomstig is van een buitengewoon rechtvaardig exemplaar. Maar al in deel 6 blijkt dat dat niet werkt: binnen de kortste keren zijn we terug waar we waren. Conclusie: de problemen waren niet het gevolg van een domme actie van maar één bepaalde mens (Adam), maar komen kennelijk voort uit de natuur van de mens als soort. Einde demonstratie.

De tweede zes delen

Let op dat dit alles ons in zeer beknopte tekst wordt verteld, een paar duizend jaar menselijke historie in slechts 7 pagina’s in mijn hand-Bijbeltje, precies 1/6 van het totale boek Genesis! Dan moet je dus echt niet veel detail verwachten; dit gaat alleen over hoofdzaken. De delen 6 t/m 12 van het verhaal gaan over maar 4 generaties, maar beslaan wel de overige 5/6 van het boek Genesis. Daar ligt dus kennelijk al veel meer nadruk op. Want dat geeft ons de aanloop naar dat verbond dat God zou gaan sluiten met een beperkte groep mensen. Die groep zou de wereld moeten tonen hoe het is wanneer je wel leeft naar Gods maatstaven. Dat begint met de roeping van een eenling: Abram (verheven vader), wiens naam later zal worden gewijzigd in Abraham (vader van velen), omdat hij de eerste zal zijn van een groot volk. Het verhaal begint met zijn afstamming, die niet verschilt van die van anderen (deel 7). Maar hij wordt nadrukkelijk weggeroepen uit hun wereld, die wereld van nieuwe rebellie tegen God, die hij achter zich moet laten (deel 8).

Daarna vinden we zijn belevenissen, hoe hij stap voor stap moet leren op God te vertrouwen, en hoe hem kostbare en zeer grote beloften worden gedaan (de term is van Petrus: 1 Petrus 1:4), en hoe God hem zegent om zijn geloof (deel 8). De delen 9-12 vertellen ons dan dat van zijn nakomelingen sommige toch weer de weg van de wereld gaan en daarom uit het verhaal verdwijnen (de delen 9 en 11), terwijl andere wel de goede weg blijven volgen (delen 10 en 12). En bij oplettend lezen zien we ook wat die laatstgenoemden, ondanks hun fouten, acceptabel maakt in Gods ogen. Pas wanneer we van dat alles hebben kennis genomen zijn we klaar voor het verhaal over Gods verbondsvolk dat begint met Mozes in Exodus. En pas aan het begin van ‘de boeken van het Nieuwe Verbond’ krijgen we het allerlaatste toledot (ook daar vertaald met ‘geslachtsregister’, maar in het Grieks, letterlijk: ‘het boek van de genesis van ...’; Matteüs 1:1) dat ons uiteindelijk Gods oplossing zal vertellen.

Voor een vervolg op de structuur van Genesis, klik hier.